INTERVIEW
Lenneke van den Berg (40) is zzp'er
'MIJN WERK IS WAT IK BEN, HET IS NIET IETS WAT IK DOE'
Tekst & foto's: De Schrijffabriek | Mariëtte Raap
DE LEVENSBOOM STAAT SYMBOOL VOOR WIJSHEID, BESCHERMING, KRACHT, OVERVLOED, SCHOONHEID EN VERLOSSING.

Lenneke van den Berg (40) uit het Noord-Hollandse Warmenhuizen is geen doorsnee kraamverzorger. Waar de meer ‘traditionele’ kraamzorg vaak de jonge ouders voordoen hoe voor de baby te zorgen, bekijkt Lenneke het met haar Kraamzorg Natuurlijk vanuit de behoeftes van het hele gezin. ‘Het is ‘anders dan gebruikelijk’, zeg maar alternatieve kraamzorg. Ik bekijk het vanuit het hele gezin, dat staat bij mij centraal, niet alleen moeder en kind.’
Lenneke is sinds negen jaar kraamverzorgster. ‘Als kraamverzorgende assisteer je de vroedvrouw/verloskundige tijdens de bevalling en ondersteun je het gezin in de eerste acht of maximaal tien dagen na de bevalling. Wij zijn er bij thuisbevallingen en tegenwoordig ook bij (poliklinische) ziekenhuisbevallingen.’
‘Ik wilde mijn hele leven al de kraamverzorging in. Ik was altijd al gek op baby’s. Ik begon in de kinderopvang en deed in die tijd wat cursussen. Vervolgens ben ik autorij-instructeur geworden. En pas toen ben ik gaan doen wat ik altijd al wilde doen: kraamzorg. Ik moest op m’n 16e kiezen wat ik wilde, maar werd wat gedemotiveerd door de omgeving: ‘De kraamzorg is niet meer wat het geweest is, je moet veel leren, enzovoort. En misschien was ik toen ook wel te verlegen om de zorg in te gaan. Dus ik heb m’n doel via een omweg bereikt.’
Lenneke is daarnaast ook moeder van een 17-, 15 en 12-jarige, wat maakt dat het managen van het zzp-schap - en zeker in de kraamzorg - nogal wat vraagt van partner en kinderen. Lenneke: ‘Het is heel lastig plannen’.
Werken binnen kaders
‘Ik heb de opleiding verzorgende IG gedaan, met specialisatie kraamzorg. Hiervoor moest ik stage lopen. Dit kon ik doen via een organisatie, waar ik na de diploma-uitreiking kon blijven werken Dat ging heel goed ook al liep ik toen al tegen een bepaalde manier van werken aan, wat niet helemaal bij mij paste ik kreeg een tijdelijk contract. Maar toen er een fusie plaatsvond moesten alle tijdelijke contracten eruit. Ik heb toen om me heen gekeken en kwam bij een ander bedrijf. Ook daar voelde ik al snel dat het niet echt bij mij paste. We moesten zo binnen de kaders werken, wat in mijn beleving niet past wat een gezin nodig heeft. Ik heb een andere denkwijze. Ik ben meer coach dan een verzorgende. Ik raak bijvoorbeeld in principe de baby niet aan. Ik ben ervan overtuigd dat als ouders alle eerste keren zelf doen, dat ze daar vertrouwen van krijgen. Zoals bijvoorbeeld: officieel moeten wij het kindje eerst in bad doen, vertellen wat we doen waarna de ouders het zelf mogen doen. In mijn hoofd werkt dat gewoon anders. Dus ik besloot voor mezelf te gaan werken.’
Ervaring
‘De kraamweek is de belangrijkste periode in je leven, de start met je pasgeboren kindje,’ vervolgt Lenneke. ‘Je kunt het nooit meer overdoen. Ik heb zelf drie kinderen, en een ervaring gehad met kraamzorg die wat minder prettig was. Dat heeft zoveel uitwerking gehad, ook op m’n oudste, dat ik dacht: dit mag nooit meer gebeuren. Het was niet eens heel extreem, maar zat ’m in kleine dingen. En juist bij grote broers en zussen, waarbij het leven door de komst van een nieuw kindje zo overhoop gehaald wordt, is het extra belangrijk om daar aandacht voor te hebben. Die hebben tot dan toe alle aandacht gehad en moeten dat nu opeens delen. En dan komt er ook nog eens acht tot tien dagen een kraamverzorgende in huis waar ze mee te maken hebben en die misschien te weinig aandacht voor ze heeft. Daar ben ik zelf heel alert op. Vandaar ook family centered . Ik neem het hele gezin mee, dat vind ik heel belangrijk.’
Ik voel me zo dankbaar dat ik de gezinnen mag bij staan in de meest intense en intieme week van hun leven met hun pasgeboren kindje. Dat ik mag bijdragen aan de beste start van het nieuwe leven. Dit doe ik dan ook met veel liefde en passie en geniet hier ook ontzettend van.'
Vertrouwd
‘Ik maak aan het begin van de zwangerschap kennis met mensen die bewust voor mij kiezen. Tijdens een kennismaking en daarna nog een intake maken we afspraken en leren we elkaar alvast kennen. Tussendoor hebben we ook nog telefonisch of app contact. Ouders nemen iemand in huis in een van de meest bijzondere periode van hun leven en dan moet dat wel vertrouwd voelen. Dan wil je niet eerst nog een paar dagen moeten wennen aan elkaar, het is immers maar kort. Mijn werkgebied is eigenlijk heel Noord-Holland. Ik kom overal, van Den Helder tot Amsterdam en van de Noordzee tot het IJsselmeer. Mensen komen vaak via mond-tot-mond reclame bij mij. Of via verloskundigen, internet als men zoekt op holistische of natuurlijke kraamzorg en misschien social media. Reclame maak ik eigenlijk niet.’
Opleiding
Samen met een vriendin is Lenneke bezig met het opzetten van een bijscholing voor familigerichte kraamzorg. Lenneke: ‘Ik kreeg al snel zoveel aanvragen voor mijn manier van kraamzorg verlenen, dat ik dacht: daar moet ik wat mee. Ik kan de vraag niet aan, maar vind wel dat iedereen deze manier van kraamzorg zou moet kunnen krijgen. Ik geef al workshops voor ouders, maar wil meer mensen bereiken.
Met m’n vriendin Diana Jansen, die psycholoog is, wilde ik altijd al iets gaan opzetten. Dat wordt nu de opleiding tot family centered kraamzorg. We leren kraamverzorgenden kijken naar het hele gezin en ieders behoeftes. Het hele gezin staat centraal, daar spitsen we onze zorg op toe. Dat begint al bij de kennismaking: hoe woont het gezin, hoe leven ze, hoe praten ze met elkaar, wat zijn hun wensen en behoeftes kan ik daarin meegaan. Want het moet tegelijk ook bij mij passen, dat vind ik ook heel belangrijk.’

Familie centraal
‘Mede daarom heet de opleiding die wij gaan maken ook Family Centered Kraamzorg. Het gezin staat centraal en we betrekken iedereen erbij. Vanuit de traditionele kraamzorg doen we natuurlijk van alles; van baby verzorgen en stofzuigen, tot koken, schoonmaken en wassen. Dat doen we dan allemaal, maar na een week zijn we weer weg. En dan stapelt bijvoorbeeld de was zich ook weer op, en daar worden mensen vaak onrustig van. Het is niet dat ik de was niet doe, maar ik werk richting: hoe kun je het organiseren zodat mensen het na de kraamweek goed zelf redden. Dat ze vol vertrouwen verder kunnen zonder mij. De traditionelere kraamzorg is toch meer van: "Ga maar lekker slapen, dan neem ik de baby wel". Nou, er zijn weinig moeders die dan echt lekker kunnen slapen. Moeder en kind horen samen en de baby heeft de moeder nodig, door bijvoorbeeld huid op huid-contact om een veilige start met goede hechting te krijgen. Het creëren van een basis voor veilige hechting vinden Diana en ik belangrijk. Ik help ouders vertrouwen te krijgen dat ze zelf voor hun kindje kunnen zorgen en minder onzeker te zijn en als ze er niet uitkomen, dan geef ik tips en adviezen.’
‘Het wordt een opleiding van acht dagen, een dag per maand. Het gaat in de bijscholing niet alleen om de handelingen en de keuzes die er zijn, maar ook om je persoonlijke ontwikkeling. Je leert jezelf beter kennen als kraamverzorgende en beter af te stemmen op de specifieke behoeftes van de gezinnen. Omdat de opleiding een dag per maand is kun je de family centered kraamzorg tussendoor integreren in de praktijk. We hopen in september van dit jaar van start te kunnen gaan.’
Planning is lastig
‘Werken als zelfstandige in de kraamzorg is best lastig, qua planning. Want wanneer wordt een kindje geboren? Een geboorte is niet te plannen, dus houd ik er rekening mee dat de moeder drie weken voor tot twee weken na de uitgerekende datum kan bevallen. Dat is dus vijf weken rondom de uitgerekende datum en dat maakt het eigenlijk niet planbaar. Daardoor kan het dus voorkomen dat er een paar baby’s in dezelfde week geboren worden en dan is het hectisch, dat vraagt een enorme planning van mij en mijn omgeving. Maar onbewust houd ik rekening in mijn hoofd met een eerste, tweede of derde kindje, waarvan ik weet dat ze meestal wat eerder of juist later komen.’
‘M’n telefoon staat dus ook altijd aan, ook ’s nachts en dat geeft best onrust. En als ik ’s zomers drie weken vrij wil dan moet ik zorgen dat ik drie weken ervoor en drie weken erna geen uitgerekende datum heb. Dat betekent dat ik negen weken vrij moet plannen. En als ik pech heb, en de laatste bevalt eerder en de eerste bevalt later, dan heb ik nóg langer vrij. En als ik niet werk heb ik geen ook geen inkomsten… Ondanks deze nadelen zou ik niet anders willen.’
Zelfstandig
‘Dat vraagt wel om een partner die daar goed me om kan gaan. En het vraagt wel wat van de kinderen, want ik kan ze niks beloven. Daar worden ze aan de ene kant heel zelfstandig van en aan de andere kant probeer ik bewust wel tijd voor ze te maken. En ik heb collega’s, waarmee ik kan afspreken om back-up te staan. Daardoor kan ik op bepaalde dagen wel vrij zijn, op verjaardagen van mijn kinderen bijvoorbeeld. Er is dus wel wat ruimte, maar de gezinnen die mij kiezen doen dat met een specifieke reden. Dat maakt het lastig om het gezin over te dragen voor een dagje. Er is niemand die werkt zoals ik maar tegelijkertijd kan ik al m’n collega’s met liefde inzetten. Het is wel belangrijk dat het gezin dan weet dat het dan anders gaat dan bij mij. Hierover duidelijk open en eerlijk communiceren is dan wat nodig is.’
‘Verder ben ik ook doula. Een doula is een coach, ze coacht/ begeleidt je tijdens je zwangerschap, bevalling en of tot 40 dagen na de geboorte. Dus doe ik naast de kraamzorg, ook nog placenta bewerking en postpartum behandelingen. Dit is overigens wel makkelijk te combineren met kraamzorg.’

'BIJ MIJ STAAT HET HELE GEZIN CENTRAAL, NIET ALLEEN MOEDER EN KIND'
TOEKOMST
‘Mijn werk is wat ik ben. Het is niet iets wat ik doe. Ik sta zo in het leven. Maar ik ben inmiddels met mijn manier van werken alweer zoveel jaar verder en de aanvragen rijzen de pan uit. Zelfs vanuit de andere kant van Nederland en uit België word ik gevraagd. Gezinnen hebben behoefte aan een andere meer bewuste vorm van kraamzorg dan de traditionele manier.'
'Nu vaders langer verlof hebben en ouders beter geïnformeerd zijn dan vroeger, is de zorgvraag veranderd. Dus de opleiding die we opzetten is daar een logische stap in. Door allerlei omstandigheden kwam het daar tot nu toe niet van, maar we merken aan alles dat het daar nu wel tijd voor is. Als de tijd rijp is stroomt het, dat is wat we ervaren. Een jaar of twee geleden ben ik bezig geweest met een boerderij, een centrum waar ik scholing, opleiding, workshops en lezingen kan geven. Echt een plek waar ik mensen kon ontvangen en waar we ook konden wonen zodat ik voor de kinderen wat meer thuis kan zijn. Helaas ging dat niet door. Dat is wel m’n toekomstdroom. Maar het is zoals het is, en op een of andere manier komt het wel goed, ook dit komt op zijn tijd. Ik vertrouw erop dat er een nog mooier plekje komt.’
‘Ik blijf dit zeker tot mn 68e doen, maar wel wat minder in gezinnen en meer als opleider. Ik vind vroegkinderlijk trauma heel interessant. Ook met de traumatische ervaringen in kraamzorg en met bevallingen, die mensen hebben zou ik meer in willen begeleiden. Daar zou ik me wat meer op willen gaan richten. Als ik dan meer workshops en opleiding kan gaan geven, kan ik m’n eigen zorgwerk wat meer loslaten. Vooral het niet kunnen plannen kost me veel energie. Maar als er meer collega's family centered kunnen werken, wordt dat plannen misschien weer makkelijker, net als bij traditionele kraamzorg bureaus.’
Meer informatie vind je op www.vanuitvertrouwen.com. Nu nog onder constructie, maar snel meer informatie.